Achterin de kast: Taalonderwijs met ‘vergeten materiaal’

Gebruik jij alles wat er in je kast ligt? Ik niet, en dat is eigenlijk best jammer. Vooral op momenten dat er weinig voorbereidingstijd is, pak ik algauw naar de spullen die direct in het zicht liggen. Dat geldt niet alleen voor mijn kledingkast en de voorraadkast in de keuken, maar ook voor de kast op school.

Om dit patroon te doorbreken hebben mijn collega en ik materiaalgebruik als vast onderdeel opgenomen in ons reguliere overleg. Om de beurt kiezen we iets uit de kast waar we weinig gebruik van maken. Dat kan van alles zijn: een gezelschapsspel, een boek, knutselmateriaal, speelgoed, of materiaal dat met een specifiek doel is aangeschaft. We presenteren het materiaal aan elkaar en bedenken verschillende toepassingen om het in te zetten voor taalontwikkeling en taalonderwijs. Hetzelfde doen we met nieuw aangeschafte spullen, zodat het niet blijft liggen wegens gebrek aan tijd. Op deze manier brengen we elkaar op ideeën en het stimuleert onze creativiteit. De meeste materialen zijn op veel meer manieren te gebruiken dan de handleiding aangeeft. Na zo’n brainstormsessie heb ik meestal direct enkele leerlingen in mijn hoofd bij wie ik het materiaal wil gaan gebruiken.

Een voorbeeld: ergens achter in de kast lag een speelgoedmicrofoon, waarmee je spraak kunt opnemen en terugluisteren. Leuk om te gebruiken wanneer je werkt aan uitspraak, maar helaas is de geluidskwaliteit daar niet goed genoeg voor. Bij het afspelen is wel te verstaan wat een kind zegt, maar het verschil tussen een wel of niet correct uitgesproken klank is niet goed hoorbaar. Mijn alternatieve toepassing is als volgt: ik gebruik de microfoon om te oefenen met interviewen en dóórvragen, bij groepjes leerlingen uit groep 5 en 6. De leerlingen vinden het geweldig om zichzelf terug te horen. Als ze hun klasgenoot interviewen gaan leerlingen vaak direct door naar de volgende vraag, nadat de voorgaande vraag beantwoord is. Op zo’n moment zet ik het terugluisteren even op pauze, zodat de leerlingen samen kunnen nadenken welke vervolgvraag er gesteld had kunnen worden.

Nu we vanuit huis werken, heb ik niet de volledige inhoud van mijn werkkast bij de hand. Juist de weinig gebruikte spullen heb ik op school laten liggen. Dat betekent dat ik nog creatiever om moet gaan met de spullen die ik ter beschikking heb. Ik ben heel benieuwd hoe anderen dit aanpakken. Tijdens de overleggen met mijn collega heb ik ervaren dat ideeën uitwisselen de creativiteit stimuleert. Ik wil jullie dan ook graag uitnodigen om ideeën te delen voor het werken aan taal, waarbij je gebruik maakt van materiaal dat je normaal niet snel pakt. Wie doet er mee en duikt achterin de kast?

Dit bericht verscheen eerder op LinkedIn, 11-01-21