Taalachterstand

Ik ben best taalvaardig – in het Nederlands. Maar nu ben ik in Frankrijk, en daar heb ik een behoorlijke taalachterstand. Dat zorgt ervoor dat ik mezelf als studieobject kan gebruiken. Welke omstandigheden maken dat ik minder last heb van mijn taalachterstand?

Op de camping waar we een paar dagen verblijven, wordt elk uur iets omgeroepen. De dame die de boodschap brengt, doet dat eerst in het Frans en daarna in het Engels. De eerste keer merk ik pas halverwege de Engelse versie dat ik geen Frans meer hoor. Iets met een Frans accent… Van de boodschap zelf krijg ik alleen het laatste deel mee. De tweede keer ben ik erop voorbereid, en nu begrijp ik in grote lijnen dat het gaat om een georganiseerde fietstocht. De derde en vierde keer herken ik steeds meer woorden van het Franse gedeelte van het bericht. Ik had dus steun aan herhaling van de boodschap, en het gebruik maken van verschillende communicatiemogelijkheden. Dit zijn dezelfde adviezen die ik geef aan mensen in de omgeving van een leerling met taalachterstand. Zelf pas ik ze ook toe in mijn werk met deze kinderen. Als extra communicatiemogelijkheden zet ik dan geen andere taal in, maar gebruik ik gebaren en tekeningen.

Bij een andere camping spreken ze bij de receptie alleen Frans. Het lukt desondanks om alles te regelen wat we nodig hebben. Natuurlijk helpt het dat de context duidelijk is. Het is prettig dat de man achter de balie langzaam spreekt en belangrijke woorden benadrukt. Ook dit zijn punten om rekening mee te houden bij kinderen met een taalachterstand. De oorzaak van de taalachterstand is daarbij niet echt van belang. Of een kind Nederlands als tweede taal leert, een taalontwikkelingsstoornis heeft of bijvoorbeeld slechthorend is, allemaal hebben ze baat bij herhaling, een rustig spreektempo, een duidelijke context, benadrukken van kernwoorden en het gebruiken van andere communicatiemogelijkheden. Daarnaast kan een logopedist meer op de persoon gerichte adviezen geven.

Dit bericht verscheen eerder op LinkedIn, 27-08-21